Column
Vakantie! Lang leesplezier.....
01-07-2012
Nare garnalen Ik heb twee dagen na aankomst in Bangkok al zware diarree. Iets te enthousiast gedineerd langs de Chao Phrayarivier; de ‘foodstalls' zien er net als hun eigenaren verweerd uit, maar de garnalen liggen prachtig blinkend in het ijs te stralen. Ze kijken me onweerstaanbaar vrolijk aan. ‘Garnalen' en ‘bedorven' zijn twee mooie woorden, maar niet in één zin. Hoe smaakvol de garnalen ook zijn, binnen een uur spuit ik de zuurgeworden zeevruchten er weer uit. Een voedselvergiftiging blijft mij hierdoor gelukkig bespaard en ik kan de rest van mijn plannen voor deze dag, ietwat zwakjes, gewoon uitvoeren. Ik wil vandaag namelijk een bezoek brengen aan een massagehuis voor de wereldberoemde Thaise body-to-body massage. Het vinden van een massagesalon annex bordeel is geen probleem: in de stad der engelen sterft het van de hoerentoeters. Ik loop vanuit mijn hotel ongeveer vijfhonderd meter New Patchaburi Road op en sla een zijstraatje in. De naam van de steeg beloofd, zij het onbedoeld, niet veel goeds: Soi Ban Krut. Achterin de steeg, waar een paar wachtende brommerkoeriers kwasi nonchalant rondhangen met een Krung Tip aan de lip, zit een onopvallende geblindeerde deur. Ik bedenk mij dat ik behoorlijk voor lul sta als deze niet opengaat, maar de deur doet waar hij voor gemaakt is. Als ik binnenkom, is mij met klem op het hart gedrukt door een kenner van het genre, moet ik niet direct als een toerist naar het glazen aquarium staren waar de dames in zitten. Ik sla dus met eerbiedwaardig gebogen hoofd rechtsaf waar ik uit mijn ooghoek een soort bar bemerk. Ik ga zitten en neem de omgeving in mij op. Het is niet druk, zeker gezien het tijdstip van de dag. Net als elders ter wereld ligt het piekuur voor dit soort vertier in de namiddag, voordat de mannen naar moeders warme prak gaan. Zo niet in deze tent. Een handjevol Thaien zit zich aan Mehkong-whisky te bezatten. Ik ben de enige falang. Het interieur van de zaak weerspiegelt geheel volgens mijn verwachting de sfeer van een uitgewoond, goedkoop bordeel. Versleten houten stoelen staan aan tafeltjes in een L-vormige hoek die afgeschermd is met dunne houten balkjes. Het lijkt alsof ik in een grote letterbak zit. Er schalt een te vaak gedraaid cassettebandje met Thaise disco uit de twee boxen die zo te horen reeds lang geleden zijn overleden. De muziek knettert en spettert maar het valt niemand op. De vloer is van beton en behalve vloerbedekking ontbreekt ook een airco; grote stoffige ventilatoren aan het plafond circuleren de bedompte lucht. Ik bestel een gin tonic bij de onverschillig kijkende ober en begin voorzichtig om me heen te gluren. Door de letterbak heen zie ik een twintigtal meisjes in een glazen kooi. Ze kijken als gehypnotiseerd vanaf hun drietrapstribune naar een televisie die in de hoek op de grond staat. Het blauwe schijnsel van de buis knippert in hun fragiele Aziatische smoeltjes. Ze zitten er bij alsof ze die ochtend een begrafenis van een collegaatje hebben bijgewoond; chagrijnig en verveeld staren ze in stilte voor zich uit. Op hun luchtige niemendalletjes zit een plastic badge gespeld met een nummer. Links van mij is een trap, en een balie. De achterwand van de kooi bestaat uit een stenen tafereel uit de Kama Sutra, hoewel het ook heel goed een erotische Japanse theeceremonie kan zijn. De gehele zaak wordt spaarzaam verlicht door bleekroze tl-licht. Het valt niet mee om door het houten hekwerk te gluren en goed zicht te krijgen op de dames - het enige doel waarvoor ik hier ben. Ik spot enkel afgesneden beentjes, een stuk schouder, een wipneus, een half oor, maar ik zie door de balken het bloot niet meer. Daarom loop ik na tien minuten, met blinde vlekken op mijn netvlies van het turen, naar het toilet dat zich naast de kooi bevindt. Nu zijn toiletten in Azië sowieso niet het toonbeeld van hygiëne, maar dit is een nieuw dieptepunt in de sanitaire geschiedenis van de mensheid. Achter de klapdeurtjes slaat de zure, misselijkmakende geur van verschraalde urine en mottenballen mij in het gezicht. Wonderlijk hoe goed die deurtjes de geur tegen kunnen houden. Ik probeer om alleen door mijn mond te ademen. De toiletpot wordt bezet door stapels rollen toiletpapier - blijkbaar weinig kastruimte in het pand - en als ik mijn toevlucht zoek tot de twee pisbakken blijkt een van de twee al zó verstopt te zijn met urine dat de bak bijna overloopt. Doortrekken heeft geen zin, zoveel is duidelijk. De andere pisbak zit pas halfvol. In allebei de urinoirs drijven schijfjes citroen doelloos rond en ik realiseer me dat deze schijfjes ongetwijfeld uit dezelfde citroen zijn gesneden als de citroen die in mijn gin tonic drijft. Ik slenter langzaam terug en werp een omfloerste blik op de dames van de massage. Je moet er niet te lang naar kijken bemerk ik, want dan lijken ze allemaal op elkaar. Het principe is doodeenvoudig; ik dien aan de ober mijn favoriete nummer door te geven, waarna deze de uitverkoren dame discreet zal wenken. Waarna we samen (ik en de massagemevrouw dus, de ober heeft hier niets mee te maken) naar boven gaan en mijn lichaam opgewreven zal worden. Omdat ik weinig zin heb om nog langer te blijven hangen turen voor het aquarium wenk ik met enige gêne de bediende en fluister met mijn hand voor de mond: ‘number 38, please'. Hij noteert met een stalen gezicht het nummer op een papiertje en gaat richting de balie. Ik verwacht een subtiele afhandeling van mijn verzoek maar niets is minder waar. De man tikt terwijl hij naar de incheckbalie loopt tegen het raam van de glazen stolp en snauwt met het volume van een acteur in een Chinese vechtfilm een volzin tegen de dame in kwestie. Alle koppies in de kooi draaien zich ineens weg van de beeldbuis in mijn richting. Ik krimp ineen achter de letterbak. De dronken Thaien achter mij verstommen even. Tot overmaat van ramp is de cassette ook net afgelopen. Alsof dit alles nog niet erg genoeg is grijpt iemand achter de balie naar een rondzingende microfoon en schreeuwt het nummer met het enthousiasme van de ceremoniemeester bij een bingoavond. Nico 38! Mij wordt inmiddels door de bediende driftig gebaard om op te staan en naar de balie te komen. Net op het moment dat ik voor de glazen kooi langsloop, schaapachtig lachend naar de dames, staat een van de dronken Thaien op, waggelt naar de ober en begint op megafoonsterkte tegen hem te schreeuwen. Discretie kun je in Thailand wel vergeten. Even later begrijp ik wat eraan de hand is: het meisje is al door hém besproken. Ze gaat weer zitten en ik moet ter plekke een nieuw nummer kiezen. In opwellende paniek kies ik zonder te kijken voor mijn geluksnummer vier. ‘Four' zeg ik dus ietwat luider, lachend als een hoerenloper met kiespijn, tegen de man achter de balie. Hij schud zijn hoofd - dame vier blijkt niet aanwezig te zijn vanavond. Het begint een genante vertoning te worden. Ik werp opnieuw een blik in de glazen bak waar de dames inmiddels even verdoofd als daarvoor naar het beeldscherm staren. Vanaf de plek waar ik sta kan ik nu ook zien waar ze naar kijken: een Thaise soap die zich aan de kostumering te zien in de vroege Ming-Middeleeuwen afspeelt. Op de achterste tribune zit een meisje dat als enige nog naar mij staart. Ik kies haar. Ze ziet er alleszins redelijk uit, zeker in vergelijking met de omgeving. Nadat ik opnieuw de vernedering heb ondergaan van de elektronisch versterkte oproep van de mastercaller achter de balie kruipt ze via een gordijntje uit de kooi. Ik reken af - vijfhonderd baht - en het meisje begroet mij op Thaise wijze met een wai, het hoofd gebogen en beide handen gevouwen voor het lichaam. Ze ziet er van dichtbij erg klein en breekbaar uit. Vanachter de balie krijgt ze een flinke stapel versleten handdoeken en een geel plastic mandje aangereikt met daarin een doosje tissues, ontelbare zeepflaconnetjes, flesjes massage-olie, talkpoeder en condooms. We lopen de stenen trap op. Zij gaat voor. Halverwege de trap valt mijn oog op een ingelijst vergeeld document. Met grote drukletters staat er: dr. Kuhn Pattna Siombhon, practising doctor. Eronder staat getypt: ‘all girl shave attended this wellknown physician for their diseases'. Een geruststellende gedachte. Boven op de gang passeren we een vijftal gesloten kamertjes en een zwijgende schoonmaakster met te grote kaplaarzen en paarse rubberen handschoenen aan. Het kamertje ziet er ondanks de aanwezigheid van een schoonmaakster verschrikkelijk smerig en uitgewoond uit. De muren zijn geel en het nooit geverfde triplex plafond krult langs de randen naar beneden. Er steekt bedrading uit gaten waar ooit een stopkontakt was bedoeld. Overal zitten vochtplekken op de muur. Ik hoop althans dat het vochtplekken zijn. Een knaloranje badkuip met barsten, een tot op de draad versleten matras met idem sprei, een bankje en een tafelventilator met vieze vingerafdrukken zijn de magere ingredienten van het hok, of nee: er staat ook een tv - op een doorgezakte plank boven de badkuip. Als dat maar goed gaat. Ik waan me in het decor van een jaren zeventig pornofilm. Het meisje doet de deur achter ons dicht en stelt zich voor. Ze heet Pai. Tenminste dat zegt ze; alle Thaien hebben een schuilnaam omdat ze geloven dat de duivel ze dan niet kan vinden. Ik stel mezelf, om het ijs te breken, voor als mister Lucifer. Ze verrekt geen spier. Zonder verdere conversatie laat Pai de badkuip vollopen, zet het mandje naast het bed, stalt de spulletjes keurig uit en gebaard mij dat ik mijn kleren uit moet doen. Ik kleed me onwennig uit en pak een handdoek. Deze is niet gemaakt voor westerlingen van middelbare leeftijd en zodoende moet ik de handdoek achter mijn rug met duim en wijsvinger bij elkaar houden. Ook Pai doet haar beugelbehaatje en konteflossertje uit en slaat een rode handdoek om met genoeg ruimte om er een flinke knoop in te leggen. Ze ziet er in het harde licht van de enkele tl-balk die brandt nog even klein, maar veel ouder uit als beneden. Ze heeft rimpels in haar nek, op haar buik en bij haar oksels. En ze heeft, zo zie ik nu, een rare bovenlip. Die lip ziet er uit alsof ze er mee in het prikkeldraad heeft gehangen. Toevallig weet ik hoe dat er uit ziet omdat ooit een klasgenootje van mij in de duinen met zijn mond vol in het prikkeldraad liep omdat hij als eerste bij de zee wilde zijn. Hij eindigde als laatste, in het Bronovoziekenhuis, met 9 hechtingen. Het water reutelt inmiddels in een smal roestig stroompje de kuip in. Dit kan nog wel even gaan duren. Hebben we alle tijd om kennis te maken, denk ik optimistisch. Pai pakt, om het gezellig te maken, haar mandje uit en zet de spulletjes op de juiste plek; de zeep bij het bad, de olie bij het bed, de condoom ernaast. In het mandje liggen nog een paar condooms in de maten ‘Aziaat' en ‘Europeaan' van het merk Crown. De kleuren van de handdoeken blijken een functie te hebben: rood is voor het gezicht, blauw is voor het lichaam en geel is voor haarzelf. Op de handdoeken zijn Thaise tekens geborduurd. Na al dit werk komt Pai naast me zitten op de versleten nappa tweezitsbank en zet de tv aan. Ze mompelt iets onverstaanbaars en pakt een sigaret uit mijn pakje. Ik geef haar zonder het te vragen een vuurtje en Pai gaat verder met waar ze beneden gebleven was: tv kijken. Ondanks de slechte ontvangst begrijp ik dat de soap zich afspeelt in de een of andere Thaise dynastie - de acteurs zijn gekleed in schitterende pompeuze gewaden van goudbrokaat en hebben driehoekige mutsen op. Ze zijn opgemaakt als poppenkastpoppen en hebben dezelfde houterige bewegingen. Er wordt bij tijd en wijle geschermd met kromme zwaarden en af en toe gilt er dan ineens een vrouw buiten het decor. Na een paar minuten meekijken (ik heb er ook maar gezellig een sigaretje bij aangestoken, wat bepaald niet meevalt als je een handdoek op je rug vast moet knijpen) valt mij op dat niet alleen het acteertalent hemeltergend slecht is, maar ook de regie: regelmatig verschijnt de hengel van de microfoon in beeld en ik zie het roze overhemd van een acteur onder zijn veel te grote cape. Om nog maar te zwijgen over zijn beslagen bril. Het maakt de soap uit de middeleeuwen er niet geloofwaardiger op. De dialoog kan ik niet volgen, al is aan de holle kreten, grootse gebaren en boze gezichten te zien dat het hier om een zaak van leven en dood gaat. Het is een slecht geacteerd stuk - en niet alleen op de buis. Pai doet geen enkele moeite om mij op mijn gemak te stellen. Voor haar lijkt het alsof ik niet besta. Telkens als ik haar in de ogen wil kijken wendt ze haar blik met een ontwijkend lachje van mij af. Als ik vraag waar het toilet is wijst ze doodleuk naar het bad. Het enige moment waarop we echt kontakt lijken te hebben is het moment waarop zonder te kloppen ineens de zus van de schoonmaakster binnendenderd en vraagt wat we willen drinken. Pai kijkt me aan met een glimlach als ik vraag wat ze wil drinken. ‘Seven Up', zegt ze in onvervalst Thais. Ik bestel een Singha en krijg zonder het te vragen even later een halve liter in plaats van een pijpje. Gelijk afrekenen graag. Pai voelt de behoefte om haar dankbaarheid te uiten en fluistert op zachte toon: ‘Í lab you big. I lab you much'. Het klinkt misschien wantrouwig, maar ik geloof er geen klote van. Een half uur later is de badkuip net zo vol als de asbak en mag ik in bad. Ik voel met verkrampte duim en wijsvinger aan het lauwe water en Pai ontdoet zich van haar handdoek. Ik zie kleine tietjes, smalle heupen, ronde billen. Zij ziet niets, althans, lijkt dwars door mij heen te kijken, naar de tv. Als ze voor me in bad zit en mij begint in te zepen voel ik een lichte tinteling in mijn lendenen. Ook mijn lul krijgt een schrobbeurt, met zachte hand en een schuin oog op de beeldbuis. Haar handelingen verraden een automatisme waar een robot jaloers op zou worden. Ze spoelt me af met de doucheslang, waarbij de waterstraal alleen harder wordt als ze de slang dichtknijpt. Ze trekt de stop uit het bad en droogt me af. Ze borstelt mijn handen en tenen met een stalen borsteltje en knipt de nagels vakkundig met een roestig nagelknippertje. Dan gebaart Pai dat ik languit op het matras moet gaan liggen op mijn buik. Ik wacht een weinig opgewonden op het vervolg. Ze komt nu naakt op mij zitten. Met wat massageolie tussen haar kleine knuistjes kneed ze mijn huid met korte knijpbewegingen. Al snel dwalen de handjes af naar mijn billen. Ik voel dat ze nauwelijks haar best doet om er iets van te maken. Ik had het kunnen weten: body-to-body massage bestaat uit een kruising tussen een Engels en Frans woord, dus dat kan nooit wat wezen. En al helemaal niet in Thailand, waar ze geen van beide talen spreken. Ik mag mij nu omdraaien op mijn rug. Pai pakt zonder blikken of blozen mijn pik en neemt ‘m in haar mond. Ze doet haar haar achter haar oren, niet zozeer om het werk te vergemakkelijken maar om vooral niets van de soap te hoeven missen. Terwijl ik over haar billen wrijf in een vertwijfelde poging het bloed er bij mij in te krijgen dwaalt ook mijn eigen blik af naar de tv schuin achter me. Misschien dat ik in haar belevingswereld kan kruipen; projectie is een veelgebruikte techniek in de seks. Ik zie een acteur met duivelse grimas op het gelaat gevaarlijk zwaaien met een samoerai zwaard. Hij draagt een horloge om zijn pols. Het valt niet mee om me te concentreren, met het gerochel uit de badkuip op de achtergrond, en een knullig koningsdrama voor me op de buis. Pai tuit haar lippen en zwengelt emotieloos en zonder enig enthousiasme aan mijn slappe slak. De condoom kijkt vanuit zijn cellofaantje werkeloos toe. Zelden ben ik zo vreugdeloos gepijpt. ‘Pai doeai mai dai', zegt Pai zuchtend en wijst naar mijn mannelijkheid. Nee, het lukt niet, dat zie ik ook wel. Mijn garnaaltje zal niet meer uitgroeien tot een forse scampi. Ze gebaart dat ik op de rand van het bed moet gaan zitten en knielt voor me op de vloer, nadat ze mijn benen uit elkaar heeft gedaan. Langzaam begint ze nu mijn enkels, kuiten en dijen te masseren. Over een andere boeg dan maar, zal ze wel denken. Ik doe alsof ik het prettig vindt, zet mijn armen achter me op het matras en buig een eindje achterover. Als Pai met langzaam wrijven bij mijn onderbuik is gearriveerd, houdt ze ineens op twee plekken net boven mijn pik haar duimen stevig ingedrukt. En dan bedoel ik: stevig. Ze klemt, zo voel ik, twee aderen even af. Misschien toch nog een stukje authentieke massagetechniek? De aderen beginnen te kloppen en dat is maar goed ook. Als ze niet kloppen, dan klopt het niet. Ik lig met mijn hoofd achterover in mijn nek en staar naar een wonderlijke schimmelplek aan het plafond. De randen zijn wit, maar in het midden zitten groene kringen en er hangen kleine, hard geworden gele druppeltjes aan. Is er toch nog iets stijf hier , bedenk ik me optimistisch. Plotsklaps voel ik in mijn darmen een scheetje opkomen. Het is een kleintje. Ieder mens denkt dat hij of zij, voordat hij of zij een scheet laat, min of meer kan inschatten hoe groot het scheetje is. Ik dus ook. Met samengeperste billen duw ik de lucht uit mijn darmen. Een onschuldig windje, daar zal ze niks van merken. Ik ontsluit dus de sluitspier. Met luid geknetter spuit ineens een bruine fontein uit mijn aars en spettert voluit over het lichaam van Pai die nog steeds voor me geknield zit. Haar tietjes, buik en dijen zitten onder de warme bruine smurrie die in brokkelige straaltjes naar beneden druipt. Als bij toverslag hangt er ineens een vette, rottende luierlucht in de kamer. Ze kijkt me aan met een blik vol afgrijzen en blijft vastgenageld aan de grond zitten. Ik probeer nog te redden wat er te redden valt, maar de tissues uit de doos zijn ontworpen voor weke Thaise neusjes; niet voor geile toeristen aan de dunne. Ik bied een keer of honderd mijn excuses aan. Pai staat op. Ze ziet eruit alsof ze onder een verkeerd afgestelde zonnebank heeft gelegen. ‘Are you ok?, stamel ik. Ze snauwt: ‘1000 baht more!'. Een antwoord waar ik niet van terug heb. (Uit: Licht in mijn hoofd, reisverhalen)