Column

Uber alles

20-02-2015
Teveel taxi’s en te weinig werk voor te weinig geld. Zulks is de stand in taxiland. De taxiwet die zo'n vijftien jaar geleden werd aangenomen heeft deze branche in een negatieve spiraal gebracht. Deregulering en marktwerking waren de magische woorden waarmee minister Tineke Netelenbos en haar voorgangster Annemarie Jorritsma ons in 2000 betoverden. De consument zou er beter van worden maar het tegendeel blijkt waar. Het hondsbrutale en agressieve bedrijf Uber heeft al heel wat schade aangericht. Ze houden zich niet aan de regels en overtreden die zelfs doelbewust. Om die reden is het bedrijf niet welkom in Thailand, Spanje en steden als Brussel en Berlijn. Rio de Janeiro en tal van andere steden bereiden een verbod voor. De Nederlandse inspectie die toezicht houdt op onze taxi’s is ook niet blij; de chauffeurs van Uber zouden zich schuldig maken aan illegaal vervoer. In Amsterdam hebben ruim achthonderd taxi-ondernemers een brief ondertekend waarin ze de gemeente oproepen op te treden. Zoniet, dan doen zij het. Ook in Den Haag dreigt een heuse taxi-oorlog uit te breken. Fijn, die privatisering. Uber veranderd nu ineens de bedrijfsstrategie: van schreeuwlelijk naar zogenaamd verantwoord ondernemersschap. bedrijf. Nu roept Uber ineens dat ze 'duurzaam' zijn en belangrijk voor de lokale economie - 'wij scheppen banen', zegt het bedrijf. Maar van iedere Uber-taxirit verdwijnt twintig procent rechtstreeks naar Amerika. Goed voor de economie? Voor veel geld zijn nu lobbyisten aangetrokken die het 'andere' verhaal moeten gaan spinnen. In Nederland is dat Kay van der Linden, die eerder aan het graf stond van de carriere van Rita Verdonk. Waarvoor wij hem eeuwige dank verschuldigd zijn, dat spreekt. Zal Den Haag het bedrijf Uber omarmen of afstoten? Een van de grootste investeerders in het bedrijf is Google. Onlangs werd een bedrag van vier miljard opgehaald bij hen en andere investeerders. Uber kan wereldwijd wel eens het grootste taxibedrijf worden. Maar groter is niet per definitie beter. Den Haag moet zich de vraag maar eens stellen of het wel mee wil werken aan de versterving van een complete bedrijfstak, ten faveure van een Amerikaanse agressor.