Column

Staal voor paal

22-11-2013
Als je ze niet allemaal op een rijtje hebt, moet oppassen voor het domino-effect. Dat bewijst Erik Staal. De voormalig topman van woningbouwcorporatie Vestia moet verantwoording afleggen bij de rechter voor de wandaden die zijn gepleegd onder zijn bewind. Hij koos de aanval en gaf kranteninterviews. Daarin speelt hij de vermoorde onschuld. Erik was zelf ‘ook verrast’ over de miljardenfraude met derivaten, een gevaarlijke beleggingsmethode. Hij had alle papieren getekend maar ja, dát ging nu eenmaal zo. Erik vergelijkt zichzelf met de directeur van een chemie-concern; die hoeft ook niet te weten welke stofjes er allemaal in de pillen zitten. Je begrijpt: het wegduiken is begonnen. Als ik ergens een bloedhekel aan heb bij dit soort natnekken dan is wel het gebrek aan zelfreflectie. Dat je iets fouts hebt gedaan is al erg; neem verantwoording voor je daden. Accepteer de straf die je wordt opgelegd. Je ziet het ook bij de rechtszaak rond de vermoorde juwelier Stratmann: de daders wringen zich in alle bochten om verzachtende omstandigheden aan te kunnen voeren. Ook Erik toont dat hij de ruggegraat heeft van een kwal. Hij stelt zelfs dat zijn pensioen – 3,5 miljoen – nog een half miljoen meer had kunnen zijn maar dat hij daar zélf van af had gezien. Zijn ‘gewone’ jaarsalaris bedroeg overigens al een half miljoen euro - het hoogste salaris ooit van een directeur van een woningcorporatie. Toch vind Erik zichzelf geen graaier. Hij is ‘aangedaan’ door de fraude. Eigenlijk heeft Erik niets fout gedaan; het gedoe over zijn salaris noemt hij een ‘maaivelddiscussie’. Het beslag op zijn rekeningen is ‘symboolpolitiek’. De huren zijn bij Vestia verhoogd om de schade te kunnen betalen die mede door zijn toedoen is veroorzaakt. ‘Ik vind het heel erg’, zegt Erik. Geen woorden maar daden.  Stort dat pensioen dan terug. Verkoop je villa op Bonaire. Als Erik Staal straks tweehonderd uur taakstraf krijgt – zo’n schijtstraf zal het wel worden – hoop ik dat hij bij de Voedselbank kratten mag vullen, in plaats van zijn eigen zakken. Ik hoop ook dat hij daar een van de tweehonderdvijfenzestig Vestia-werknemers tegenkomt. Eens zien of hij die recht in de ogen kan kijken.