Column

Rateltikkers

30-09-2012
'Rateltikkers maken voetgangerslichten veiliger', kopt het persbericht van de gemeente. Ik ben niet blind maar toen ik het woord voor het eerst las dacht ik dat er 'retetikkers' stond. Ik dacht meteen aan ongewenste initimiteiten, uitgevoerd door vieze oude mannetjes, en vroeg mij zelfs even af waarom die het oversteken veiliger zouden maken. Nee: ráteltikker. Zo heet dus het apparaat dat het geruststellende geluid voortbrengt dat uit de paal van een voetgangerslicht komt. Nooit geweten. Een rateltikker is niet voor u of mij bedoeld - ik ga er gemakshalve vanuit dat u deze column leest, wij zijn niet blind. Hoewel blind niet de juiste term is, wij dienen hier te spreken over mensen met een visuele beperking. Onder die immense paraplu-term valt iedereen die iets niet goed kan zien en daarmee ikzelf ook. Ik heb namelijk slechte ogen. Wat heet, op een heldere dag zie ik mijn bril. Zo bezien zijn die retetikkers er ook voor mij. Ik hoef u de werking niet uit te leggen, ze maken het oversteken voor slecht- en nietszienden een stuk vriendelijker en veiliger. Voor de duidelijkheid: het akoestische signaal weerklinkt laag als het licht op rood staat (tikken) en hoog als het licht groen is (ratelen). Er zijn in Den Haag met behulp van de doelgroep 32 lokaties geinventariseert waar een rateltikker uitkomst biedt. Dat wil niet zeggen dat ze ook daadwerkelijk op 32 plaatsen komen. De gemeente gaat kijken welke plekken het meest urgent zijn. Ik neem aan dat er geen geld is voor álle oversteekplekken. Terwijl ik mij afvroeg wat de criteria zouden zijn voor een plek die wel een rateltikker krijgt, overviel mij een stupide maar evenzo verwonderlijke vraag: hoe steken blinden en slechtzienden uberhaupt eigenlijk over, zonder rateltikker? Horen ze dat aan het verkeer? Is er een ander auditief signaal waarop ze anticiperen? Ik heb werkelijk geen idee. U wel? Een gevoel van schaamte overvalt me. Ook ik heb blijkbaar een blinde vlek.