Column

Leon met de Noorderzon

22-10-2015
Amper anderhalf jaar zit Leon de Jong bij de Haagse PVV-fractie als voorzitter. Hij stapt alweer op. Daarmee heeft hij het in ieder geval langer vol gehouden dan zijn baas Blonde Dolly, die al na een paar dagen het veld ruimde toen hij gekozen werd als gemeenteraadslid. Zelden zulk kiezersbedrog gezien. Is Leon ook zo’n neppoliticus? Hij heeft in ieder geval weinig gevoel voor humor. Een grap van mij tijdens een verkiezingsdebat in maart 2014 over Wilders kon Leon niet waarderen en hij stapte ‘spontaan’ op toen ik die vergeleek met de Grote Smurfenleider. ‘Spontaan’ tussen aanhalingstekens want zijn voltallige fractie had de jas al aangetrokken voordat ik ook maar iets had gezegd. De bedoeling was dat dit opstootje de PVV geliefder zou maken; het kostte de partij na dit debat juist een zetel. Wat laat Leon achter? Wat is zijn politieke erfenis? Een fleurige baby van een jaar oud. Meer niet. Juist nu de stad een sterke PVV nodig heeft vertrekt hij naar Brussel. Zijn er al minder Marrokanen? Is er al minder islamisering? Ik dacht het niet. Maar weglopen voor problemen, zo weten we inmiddels, is een specialiteit van Leon. Den Haag recht heeft op een PVV die politiek sterk ten tonele komt. Het moge duidelijk zijn dat de partij niet mijn voorkeur heeft; maar nu ze er zijn wil ik ze zien meedoen ook. Juist dat laatste is een terugkerend probleem bij de PVV. Ze knikkeren alleen mee als ze aan de beurt zijn en hun bonk onmisbaar voor de pot ligt. Onlangs nog werd een informele bijeenkomst van de gemeenteraad – waaraan de PVV gewoon had meegewerkt - ineens afgeblazen omdat ze zich geschoffeerd voelden. Zonder enige aantoonbare aanleiding gewoon wéér weggelopen. ‘t Is een terugkerend patroon bij deze partij: slaan waar het kan, huilen als er geincasseerd moet worden. Jammer. Onze stad heeft recht op een ferm maar fair rechts geluid. Dat zal nu van Richard de Mos en zijn Groepje moeten komen. Hij is dan ook degene die de meeste winst zal halen uit het verlies van Leon. Hoewel, een verlies wil ik het niet echt noemen: iemand met de ruggengraat van een poffertje kunnen we missen als kiespijn.