Er zijn weinig schepsels die compleet nutteloos zijn, maar de meeuw komt aardig in de buurt. Natuurlijk zijn er meer overbodige wezens te noemen - muggen, bloedzuigers, teken, politici - maar wij concentreren ons even op de meeuw. Het woord meeuw stamt af van het Latijnse woord ‘meewanum' en betekent ‘brenger van overlast'. Althans, dat zou goed kunnen en niemand die het kan controleren, immers de Latijnse taal is dood. Waren meeuwen dat maar ook. Wonen aan zee heeft zeer grote voordelen, maar meeuwen zouden moeten blijven waar ze horen - hooguit honder meter van de vloedlijn. Nee, ze infiltreren in de stad. Ze penetreren onze leefruimte toe. De gevolgen zijn redelijk irritant te noemen; ze schijten, ze maken herrie, ze scheuren de vuilniszakken open. En, meest ergerlijk: als je ze wil schoppen vliegen ze weg. Tot overmaat van ramp is de meeuw, houdt u vast: een beschermde vogel. Je mág ze geeneens schoppen. In wat voor wereld leven we als je een meeuw niet met een dubbele flic flac van je balkon mag lanceren? B-e-l-a-c-h-e-l-i-j-k! Dat vindt ook de gemeente, stiekem. Ze vragen ontheffing aan bij de minister om de overlast van meeuwen te bestrijden. D'r liep al een proef met het verwijderen van eieren in de nesten van deze kwaadaardige schepsels. Die werden vervangen door nepeieren maar dat mocht niet baten. De maatregel is ook te duur. Als we van de minister een ontheffing krijgen mogen wij, Haagse burgers, zélf de nesten verwijderen van onze platte daken. Daar is subsidie beschikbaar voor gesteld; geld verdienen aan dat gespuis, dat klinkt aanlokkelijk. Zo kunt u een ‘groendak' nemen, waarbij het grint wordt vervangen door een soort Hof van Eden. Schijnt te werken. Dat je dan weer overlast van mieren krijgt lijkt mij evident, dus pas op. Ook zullen veel meer ondergrondse afvalcontainers worden geplaatst in de wijken, waar ik sowieso een groot voorstander van ben. Iedere maatregel om de boel aan kant te houden juich ik van harte toe. Wellicht is het een idee als de Chinese gemeenschap in Den Haag wordt verteld dat er - net als bij de hoorn van een neushoorn - een geneeskrachtige werking uitgaat van gemalen meeuw?