Column

Adieu Paul

27-04-2023
Een zware dag voor de stad en voor heel het land: wij zijn nog nauwelijks over het verlies van Wim de Bie heen of moeten afscheid nemen van alweer een Haagse grootheid. Het Nederlandse cabaret kende aan het eind van de vorige eeuw de Grote Drie: Wim Sonneveld, Toon Hermans en Wim Kan. Maar wat Den Haag betrof was er maar 1 de allerbeste: Paul van Vliet. Zijn overlijden komt als een schok voor de stad. 

Een begenadigd liedtekstschrijver, grandioze zanger en een hilarische conferencier. De conference over ‘Majoor Kees en de Sinterklahaas’ is een tijdloze klassieker. Die tekst schreef hij samen met zijn goede vriend Michel van der Plas. Opgroeiend als oorlogskind zat er al een humorist in Paul. Beroemd is het verhaal over de Haagse tram waarin Paul, als opgeschoten jochie, Hitler persifleerde. De passagiers gierden het uit, een paar Duitse soldaten niet. Het jongetje kon, samen met zijn vader, ternauwernood de tram verlaten.
 
De importantie van Paul voor de stad kan niet worden onderschat. Zonder Paul geen theater Pepijn, kweekvijver voor cabarettalent. Zonder Paul was het Kurhaus tegen de vlakte gegaan. En zonder Paul geen schijnwerpers op de Haagse humor. Ook voor mij is hij van grote betekenis geweest. Als beginnen cabaretier vroeg hij mij een paar grappen voor hem te schrijven. Hij vond het materiaal prachtig maar niet geschikt voor zijn publiek. Dat demonstreerde hij door in een uitverkocht Circustheater mijn grappen de zaal in te slingeren. De grijze tapijtjes kregen kortsluiting op hun printplaat. 
 
De humor van Paul was Haags, maar anders. Gedistingeerd. Altijd een knipoog met klasse. Een ambachtelijk humorist, bovendien. Dankzij Paul leerde ik de theaterwetten van Jean Anouilh kennen, zoals: eerst de situatie, dán pas het typetje. En hij spoorde mij aan om door te gaan. ‘Er zijn er velen die het proberen, er zijn er weinigen die het kunnen. Jij kan het.’ U heeft geen idee hoe belangrijk zulke woorden zijn voor een beginnende cabaretier. 

Een jaar geleden, op 15 maart 2022, mocht ik het podium met hem delen bij een benefietvoorstelling voor Oekraïne. Het zou zijn laatste optreden worden. Paul (86) oogde broos maar pakte de zaal in met zijn geweldige charme, die onovertroffen stem, zijn immer jongensachtige blik en onweerstaanbare flonkerende ogen. Adieu, lieve, mooie Paul. Het was een voorrecht je te hebben mogen kennen. Jij verdient een standbeeld – en dat zal je krijgen. Daar gaat de stad Den Haag voor zorgen. Uit dank voor al je goede daden.