Column

Een potpourri van blauwe enveloppen

25-02-2008
Belastingen zijn, net als de dood, onvermijdelijk. Maar de dood wordt tenminste niet ieder jaar erger. Wat is belasting? Mijn definitie: belasting is het proces waarbij geld wordt weggehaald om het salaris te betalen van de mensen die het weghalen. Het geld dat overblijft wordt gebruikt om de financiele kraters te dichten die ontstaan door wanbeleid en  incompetentie van overheidsdiensten en politici. Onlangs mocht ik optreden voor de Belastingdienst Haaglanden; eindelijk ontmoette ik de mensen waar ik al mijn levenlang voor werk. De directeur van de dienst bleek een goedlachs dikkertje. Feit: op een bol lijf staat meestal een vrolijk hoofd. Hij sprak zijn personeel met veel enthousiasme toe, en dat was wel nodig ook. Ambtenaren van de Belastingdienst hebben het niet makkelijk. En dan heb ik het niet over de pesterijen op verjaardagen en vakanties. Ze worden door de politiek stelselmatig gebombardeerd met nieuwe wetgeving, maar missen domweg de tijd en middelen om deze maatregelen uit te voeren. Gevolg: iedere dag spoelt er een tsunami van gefrustreerde en boze burgers aan, tegen de balie en de Belastingtelefoon. Staatsecretaris de Jager (ook een grijnzend dikkertje) heeft nu besloten dat op vrijdagavond en zaterdag de Belastingtelefoon bereikbaar moet zijn. Oftewel: in plaats van doordeweeks hang je nu in je vrije weekend in de wacht. Deze maatregel is een schaamlapje, net als zijn aankondiging dat het allemaal veel simpeler kan. Denk niet dat belasting betalen ooit eenvoudig wordt; het zou de doodssteek zijn voor de overheid. Onlangs kreeg ik een belastinginspecteur op bezoek. Belastinginspecteurs, zo weet u, zijn mensen die zijn afgestudeerd, maar geen baan konden vinden. De man belde aan, ik deed open en zei: ‘Kom binnen. Wil je koffie?'. ‘Nou graag', zei hij. ‘Zwart zeker?', opperde ik. Slechte start. Na een half uur neuzen in mijn boekhouding concludeerde hij: ‘Wij krijgen inderdaad nog 1800 euro BTW over uw tweede kwartaal van 2007.' ‘Kan jij rekenen?', vroeg ik. ‘Nou en of', antwoordde hij. ‘Reken d'r dan maar niet op', riep ik. Sinds die opmerking ga ik ten onder aan een potpourri van blauwe enveloppen. De Belastingdienst: leuker kunnen ze het niet maken, maar irritanter wel.