Column

Pleidooi voor Bram M.

22-04-2015
Ik kocht gistermiddag een kaneelstok op de Haagse kermis. Bij de snoepkraam van Harrie van den Corput, thans de Candyshop geheten. Dat doe ik al sinds ik een kind was. Niet voor mezelf; voor mijn moeder. Die heeft in de loop der jaren meer van Harrie van den Corput gekregen dan haar lief was, zou je kunnen zeggen. Je kunt ook zeggen: lekker, een kaneelstok. En dat doet mijn moeder dan ook, ieder jaar weer. Is het toevallig dat, op de dag dat de Haagse kermis begint, Bram M. zijn intrede doet in onze stad? Dachutnie. De Kop van Jut hoort erbij. Zoals iedere nieuwe bezoeker verwelkomen wij Bram met open armen. Bram – laat ik dat meteen even duidelijk stellen – hoort er gewoon bij op het Binnenhof. De politiek wenst immers een afspiegeling te zijn van de samenleving en daar hoort een failliete advocaat gewoon bij. Ja, iemand die de macarena danst met een moordenaar, iemand die een Surinaamse cokedealer verdedigt, maar ook iemand die Eva Jinek ‘gedaan’ heeft. Dat dwingt toch respect af - zeker als het je lukt op je zestigste.  Bram M. is bovendien expert op het gebeid van criminele organisaties en zal zich daarom meteen thuisvoelen op het Binnenhof. Hij is een van de anderen - immers, ook bij de VVD doen ze gewoon zaken met dictators. Met veel aplomb richtte Bram zich in zijn eerste speech tot het volk. Het volk dat zich moet herkennen in ‘VoorNederland’, zonder spatie, de partij met klassiek-liberale opvattingen. ‘Ik kan mij nu buigen over de toekomst van het land’, zei Bram plechtig. Ik zou ‘m het liefst eerst over een stoel buigen. Een paar opvoedkundige tikken uitdelen. Stokslagen met een kaneelstok. Vijftig tinten bruin. Hij draaide bij zijn opkomst op de persconferentie muziek van Frank Sinatra. Een rolmodel voor Bram, Frank was immers ook een maffiamaatje. Het nummer ‘That’s Life’, met de beroemde zin:  ‘Riding high in April, shot down in May.’ Dat goldt voor Pim Fortuyn – hopelijk niet voor Bram. Ik mag ‘m wel. Bram is een straatvechter. Ook voor hem is het leven een pijp kaneel; eenieder zuigt eraan - met pijn in z’n keel.