Column

De helft van Delft

07-04-2012
Ruim vijfhonderd jaar geleden werd Willem van Oranje, de vader des Vaderlands, in Delft vermoord. Door de moordenaar des Vaderlands: Balthasar Gerards. Ik heb nog nooit een Balthasar ontmoet. Genoeg Willems, dat wel. Daarom bevreemd het mij dat expositie die nu plaatsvindt in de Prinsenhof (plaats delict) de titel ‘Cold Case' heeft meegekregen. Er komt in het hele verhaal geen Cees voor. ‘Cold Willem' was toepasselijker geweest, maar ach, die Delftenaren, 't is een vreemd volkje. De annexatie anno jaren negentig van de aan ons grenzende gebieden is bij Delft tot stilstand gebracht. Dat heb ik altijd jammer gevonden. Delft hoort bij Den Haag, zoals een ei bij Pasen. We hebben niet voor niets jaren geleden onze ex-wethouder Bas Verkerk als kwartiermaker vooruit gestuurd. Thans burgemeester, waakt Bas over de graftombes van Oranje - formeel heeft hij de sleutel. Die tombe is dus eigenlijk al van ons. Een stukje Haagse grond. Wellicht dat de nieuwe poging om Delft te kraken meer succes heeft; ze worden nu immers ingeklemd tussen de liefdevolle omhelzing die Den Haag en Rotterdam aan het kweken zijn. Langzaam knijpen we dat Delftse keeltje dicht. Eigenlijk zijn zij al Hagendammers, ze weten het alleen nog niet. ‘Hagendammers', hoor ik u denken, ‘wat zijn dat?' Dat zijn de toekomstige bewoners van het gebied tussen Den Haag en Rotterdam. Straks zijn er nog drie smaken: Hagenezen, Rotterdammers en Hagendammers. Kwestie van tijd, maar ze kunnen hierbij alvast aan de naam wennen. Het gaat mij in deze column overigens om een puur bestuurlijke beschouwing; ik heb niets tegen de Delftenaar als persoon. Beminnelijke mensen zijn het, zulks oprecht gemeend. Erudiet, goed opgeleid, vriendelijk volk. Vandaar dat ik ze bij Den Haag wil voegen - ze krikken het gemiddelde denk- en fatsoensniveau in onze stad een flink eind op. ‘Mijn God heb medelijden met mij en met dit arme volk.' Dat heeft Willem van Oranje dus nooit gezegd. De kogelgaten in de muur zijn wél echt. De helft is waar, en dan ook nog de verkeerde helft. Dat is Delft. De verkeerde helft. Delftenaren, ik bid u: wanneer wordt gij de bekeerde helft?