Column

Blijdschap en boete met een volle blaas

01-05-2009
Ik hoef geen lintje. Ik heb liever een mondkapje. Toch was ik aanwezig bij de uitreiking van de lintjes in Den Haag, door onze burgemeester Joizias van Aartsen. Op het podium zaten 47 burgers.Doodgewone mensen, zoals u en ik. Met als enig verschil dat zij zich buitengewoon verdienstelijk hebben gemaakt voor onze samenleving. Wij willen hen eren en danken - daarvoor zijn de lintjes immers bedoeld. Van Aarsten zegt dat het een lange zit zal worden, en begint met het bejubelen van de eerste gelukkige. Ik begrijp wat hij bedoeld: Jozias neemt alle tijd om deze vrijwilliger van de orgelvereniging te loven en te prijzen. Zeer attent en zeer verdiend uiteraard, maar als dit zo doorgaat zit er geen geld meer in mijn parkeermeter.Een bonte stoet van bijzondere burgers trekt voorbij. Vrijwillligers van allerhande organisaties worden gehuldigd. Een echtpaar van de voetbalclub. Een leraar aardrijkskunde, tevens auteur van lesboeken. Iemand van de Hindoestaanse vereniging (‘wegens het ondersteunen en amuseren van ouderen’), en zelfs een orthopedisch chirurg. Mijn buurman sist mij toe: ‘Die ken ik, die is arts van het Koninklijk Huis. Hij is de enige die aan de knie van Bea mag zitten’. Van Aartsen glimt even hard als zijn ambtsketting. De trots burgervader slaait zich onvermoeibaar door de stapels tekst en lintjes.De zaal begint wat te zuchten en steunen. Men strekt de ledematen. Ik moet plassen, en flink ook. In mijn gedachten hoor ik het gekletter van mijn eigen lintjesregen. Het gaat maar door. De baas van Rederij Groen, wegens  maatschappelijk verantwoord ondernemen. Een dame van de Kattenzorg (‘en u organiseert ook nog bedevaarten naar Lourdes’). Ook op het podium is de lamlendigheid toegeslagen. De uitverkorenen zien er stijfjes uit. Alsof ze op de Nachtwacht staan, maar dan zittend. Nu komt een oud, grappig mannetje naar voren, leunend op zijn stok. Hij wordt gedecoreerd omdat hij 50 jaar lang collectant was voor het Rode Kruis, op Centraal Station. ’Mede door zijn professionele houding was het voor reizigers vrijwel onmogelijk om geen duit in het zakje te doen’. Ja, het was een mooie bijeenkomst. Zij kregen een lintje. Ik kreeg een boete.